• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar

Löwenhardt Foundation

Over de geschiedenis van vier families

  • Home
  • De stichting
  • Kunst
  • Exposities
  • Fotoalbum
  • In druk
  • Contact

Herman de Leeuw

Jopie

23 december 2021 by John Löwenhardt Reageer

Eerbetoon aan mijn naamgever Johan de Leeuw

Zeker twintig jaren geleden zat ik voor de keuze een nieuw mailadres te bedenken, geen geringe opgave. Gmail had zijn intrede gedaan en leek veelbelovend… maar wat moest er voor de @ komen te staan? Via mijn officiële eerste voornaam kwam ik terecht bij mijn naamgever, de oudste broer van mijn moeder. Ik heb hem – én hun ouders – nooit gekend. Zijn naam in mijn mailadres, het leek me een waardig en eigentijds eerbetoon aan mijn naamgever. Dit symboliseerde bovendien de treffende overeenkomst tussen de familienamen van mijn vader en moeder: Löwenhardt & De Leeuw. Het mailadres deleeuw.johan[at]… heeft sindsdien tot verwarring geleid, maar ook tot gefrankeerde enveloppes gericht aan Johan de Leeuw op mijn adres.

Wat weten we eigenlijk van hem, van Jopie?

We weten bijna niets. Hij leefde van 23 augustus 1915 tot 29 oktober 1944. Hij was 29 jaar oud toen hij op een zandweg bij Vierhouten door laffe landgenoten werd neergeknald. Samen met zijn ouders had hij enkele maanden ondergedoken gezeten in het ‘Pas Op-kamp’ diep in de bossen. Hij had de pech tot de acht Joden te behoren die het niet was gelukt weg te komen nadat het boskamp was ontdekt. Over zijn dood weten we vrij veel, over zijn leven maar bitter weinig.

Jopie werd hij genoemd, zijn officiële naam was Johan, kleinzoon van koosjer slagers Izaäk de Leeuw Azn. (Almelo, 1862-1941) en Heiman (Herman) Weijl (Oldenzaal, 1855-1940). Ook zijn vader Arnold was slager, maar niet koosjer. Hij was in november 1914 in Oldenzaal getrouwd met de 20-jarige Louisa Weijl, oudste kind van Heiman en zijn vrouw Jansje Poortje. Johan, het eerste kind, werd negen maanden later in Almelo geboren, gevolgd door zijn zusje Hermina (Mimi, moeder van de auteur) in 1917 en broertje Herman in 1919.

Herman was geboren met een waterhoofd. Hij was het zorgekind van het gezin, bijna twintig jaren lang. Herman overleed in 1939 op de 45e verjaardag van zijn moeder. Nog geen twee maanden later brak de Tweede Wereldoorlog uit.

met Mimi en Slobian-Bielaja, ca. 1920
met Mimi en Herman, begin jaren ’20
Johan de Leeuw
met Mimi en pijp, eind jaren ’30
1941, familiebijeenkomst. Johan in het midden.
laatst bekende foto, waarschijnlijk 1942

Het gezin De Leeuw had voor de oorlog een tuin aan de Bornschestraat nabij het terrein van voetbalclub Heracles, met daarop enkele kleine opstallen. Op zondagen werd op dit terrein met een fietsenstalling voor bezoekers van Heracles een centje bijverdiend. Foto’s uit die tijd suggereren dat Arnold als hobby honden fokte.

Almelo telde rond 1940 438 joden, ruim één procent van de bevolking. Arnold woonde met zijn gezin aan het begin van de oorlog achter zijn slagerij aan de Schuttenstraat 19. Vanaf 2 mei 1942 moest de jodenster op de kleding worden gedragen. Op 10 september 1942 was het gezin De Leeuw blijkens een opsporingsbericht met de noorderzon vertrokken.

Ondanks vele jaren speurwerk is het me nog steeds niet gelukt de onderduikgeschiedenis van mijn ouders en grootouders volledig helder te krijgen. Vast staat dat Mimi en Heinz op 20 augustus 1942 onderduiken bij Anne Ottema, zijn vrouw Fenneken en hun dochter Grada aan de Veldkampsweg op nummer 10. Voor de onderduik was Jopie daar wekelijks aan huis gekomen om vanuit de slagerij bestellingen te bezorgen.

In een bij de politie gedane aangifte verklaart dochter Mimi na de oorlog dat haar ouders tot 23 augustus 1944 bij de familie Wagenvoort aan de Braakweg 4 te Almelo zaten ondergedoken. Vandaar zijn ze die dag, naar moet worden aangenomen door medewerkers van het verzet, overgebracht naar Nunspeet (Vierhouten). 23 Augustus was Jopie’s verjaardag. Is het daarom dat Mimi zich die dag in 1944 herinnert?

Arnold, Louisa en Johan komen terecht in het ‘Pas-Opkamp‘ voor onderduikers in de bossen bij Vierhouten op de Veluwe. Mogelijk was het de Tusveld-verzetsgroep die voor de overbrenging zorgde. Of Mimi & Heinz van die bestemming wisten, is onbekend. De gebeurtenissen van eind oktober 1944 die eindigden in de moord op Jopie, zijn ouders en vijf anderen, staan beschreven in mijn verhaal uit 2016, Het Pas-Opkamp in mijn leven.

Tijdverdrijf

De enige nalatenschap van Jopie zijn twee werkstukken die hij tijdens de onderduik heeft gemaakt, ge-figuurzaagd: een bokkenkar en twee boekensteunen. Ik heb de boekensteunen in 2020-21 omgevormd in een kunstwerk ter nagedachtenis van Jopie, getiteld Tijdverdrijf. Het werd in het voorjaar van 2021 getoond in Kunststation Delden in het kader van de expositie Fictieve archeologie in Overijssel.

Jopie’s bokkenkar

Herzien in januari 2023

Categorie: Almelo, Vierhouten Tags: Arnold de Leeuw, Herman de Leeuw, Johan de Leeuw, Louisa de Leeuw-Weijl, Mimi de Leeuw

Nettie

14 juni 2020 by John Löwenhardt

In de sjabbesnacht van 13 juni 2020, 21 siewan 5780, overleed onze dierbare Nettie in zorgcentrum Regina Pacis in Arnhem.1 Zij werd 97 jaar oud en in haar heeft de laatste van de ‘oorlogsgeneratie’ van onze misjpoche deze wereld verlaten.

met opa Louis

Jeannetta de Leeuw werd op 7 januari 1923 in Enschede geboren. 2 Zij en ik hebben de familieband met elkaar gemeen, maar ook het feit dat bijna al onze voorouders Joodse slagers waren. Nettie’s vader Herman (1887-1951) had een slagerij aan de Hoogstraat in Enschede. Hij kocht zijn koeien op de veemarkt in Borculo. Haar grootvader Louis de Leeuw (1851-1931) had daarvoor dezelfde slagerij gerund (zie foto hieronder). En haar grootvader van moederszijde was slager Isaak Cohen in ‘s-Heerenberg (1857-1942). Nettie heeft haar beide grootvaders gekend: bij de dood van opa Louis was ze acht jaar, en ze was negentien toen opa Ies – nog net voor de invoering van de Jodenster – in ‘s-Heerenberg overleed.

Joodse les, Synagoge Enschede 1935. Nettie op stoel uiterst links.

Nettie was enig kind van vrij oude ouders. Bij haar geboorte was haar vader net 35 geworden, haar moeder Julia 33. Te oordelen naar het aantal foto’s dat de Enschedese fotograaf in haar vroege jeugd van haar heeft gemaakt, werd ze door haar ouders vertroeteld. Ze ziet er uit als een tevreden en gelukkig kind, omringd door de uitgebreide familie De Leeuw in Enschede, Almelo en daar tussenin. Er is, hoofdzakelijk op de zondagen, intensief contact met familie in Enschede, Oldenzaal, Almelo en ‘s-Heerenberg. Nettie bezoekt haar nichtje Mimi de Leeuw in Almelo, haar vader kaart in Enschede met de vader van Mimi’s verloofde Heinz, die vanaf 1936-37 vlakbij in Enschede woonde. Nettie heeft goede herinneringen aan haar jeugd. Ze zegt over zichzelf dat ze ‘een heel rustig kind’ was.

Vader Herman heeft in de zaak een knecht, moeder Julia een Duits dienstmeisje: Liesje uit Gelsenkirchen. Nettie gaat naar de lagere school aan de Brinkstraat. Na haar tiende levensjaar sturen haar ouders haar naar Joodse les in de gloednieuwe (in 1928 geopende) synagoge. Ze wordt lid van de plaatselijke afdeling van de Joodse Jeugdfederatie. Haar beste vriendin in deze periode is Lili Heilbron, een half jaar ouder dan Nettie.

Het gezin woont aan de Hoogstraat 14 in een ‘volkswijk’ net buiten het centrum van Enschede. Het woonhuis-slagerij en het buurpand Hoogstraat 16 zijn eigendom van opa Louis en later van de ouders. Nummer 16 is verhuurd aan het eveneens Joodse gezin van Frouwke en Mozes Bierman met hun zoon Simson, een jaar jonger dan Nettie.

Hoogstraat 14-16 Enschede, slager Louis met karakteristieke baard.

Het gezin-De Leeuw is niet sterk belijdend. Vader Herman gaat vrijwel nooit naar sjoel, Nettie en haar moeder met enige regelmaat, vooral op de talrijke Joodse feestdagen. Herman heeft geen koosjere slagerij en net als veel Joodse slagers is hij op sjabbes, zaterdag, geopend. Maar hij verkoopt ook koosjer vlees en dat komt vanzelfsprekend op tafel in het gezin. Op donderdagavond begint moeder Julia met koken voor de sjabbat.

Op elfjarige leeftijd begint ze aan de Mulo (Meer uitgebreid lager onderwijs) waaraan ze na vier jaren examen doet. Haar eerste baantje is daarna bij Modehuis Woudstra aan de Haaksbergerstraat. Het is een Joodse winkel die, als enige in Enschede, damesmode op internationaal niveau verkoopt. Nettie wordt assistent van mevrouw Cohen, hoofd administratie. Omdat er veel op rekening wordt gekocht is er een grote debiteurenadministratie, maar ook voorraadadministratie, boekhouding en correspondentie met leveranciers in binnen- en buitenland. Nettie verdient er vijftien gulden in de maand tot in 1941 of ’42 de door de Duitsers aangestelde Verwalter haar ontslaat. Het is tijd om onder te duiken.

Een van de Jodensterren gedragen door Nettie

Met hulp van twee dames van de organisatie van dominee Overduin vindt ze een onderduikadres. Gedetailleerde gegevens over de onderduikperiode ontbreken, maar zeker is dat ze in de Enschedese Hyacinthstraat geruimte tijd gastvrijheid geniet van verzetsman Hendrik Wolters en zijn vrouw Fia. Het gezin Wolters heeft in totaal tien a twaalf onderduikers het leven gered.

Nettie is de eerste van het gezin die onderduikt. Naar eigen zeggen heeft ze zich daarna ingespannen om ook onderduikplekken voor haar vader en moeder te vinden. Vader Herman had in 1941 een hartaanval. Als in de zomer van 1942 de oproepen voor de werkkampen komen, krijgt hij bezoek van Van Gelderen, één van de Enschedese textielfabrikanten en lid van de plaatselijke Joodse Raad. Nettie: Meneer de Leeuw, zei hij, u gaat niet weg morgenvroeg. U gaat in bed liggen en u doet of u heel erg ziek bent. En dan zien we weer verder. Dat heeft mijn vader gedaan, een paar weken. Stond natuurlijk op als het donker was. En toen kwam er een dokter; die schrok want hij zag er uit… toen is hij afgekeurd voor alle kampen. Is echt gebeurd hoor!… De Joodse Raad was heel goed in Enschede.

De doktersverklaring zou Herman de Leeuw niet hebben gered, zoveel is zeker. Hij ziet dat zelf in en duikt met zijn vrouw onder, op een ander adres dan hun dochter. Het hele gezin overleeft de Holocaust.

Na de bevrijding woont Nettie eerst nog een tijd bij haar onderduikfamilie, daarna samen met haar ouders bij een Joods gezin in de Emmastraat en tenslotte ook met hen in een huurwoning aan de Zuiderhagen. Haar eerste baan is op het kantoor van de dekenfabriek van Ies en Sally Heijmans, met een beginsalaris van zeventig gulden per maand. Ondertussen volgt ze (op eigen kosten) cursussen typen, stenografie en Engelse handelscorrespondentie (‘Practyk-diploma’ in januari 1950). In deze tijd, begin jaren-50, is zij bovendien actief in een leidende functie in de Joodse padvinderij. Het levert haar vriendschappen-voor-het-leven op.

1949

In september 1951 overlijdt Nettie’s vader, 63 jaar oud. Zij gaat op zoek naar werk in de Randstad. Voorzover er nog Joodse jeugd is overgebleven trekt die weg naar Israël, Amerika of Amsterdam. Ze vindt een baan op het kantoor van de Joodse Gemeente van Amsterdam, ze doet er de boekhouding. Aanvankelijk woont ze op een kamer, later volgt haar moeder haar en wonen moeder en dochter samen op de derde verdieping in de Uiterwaardenstraat 115. Op sjabbes bezoeken zij de synagoge aan de Lekstraat.

In maart 1955 ontmoet Nettie in Amsterdam Isidoor (Ies) Manasse, boekhouder bij de gemeente Arnhem. Ies is in april 1921 in Nijkerk geboren en heeft de bezetting samen met zijn moeder overleefd; ook hij heeft op veel adressen ondergedoken gezeten. Vader Eduard Louis (Eetje) Manasse was procuratiehouder van een knopenfabriek in Nijkerk. Hij is in 1942 gedeporteerd en dat najaar ergens in Centraal Europa bezweken of vermoord. Ies is bij de bevrijding 24 jaar oud. De onverklaarde dood van zijn vader is zijn hele leven een trauma gebleven.

ketoeba, huwelijkscontract van Ies en Nettie

Op 29 mei, twee maanden na hun ontmoeting, verloven zij zich. Al een half jaar later trouwt het stel: op 16 november in het Amsterdamse gemeentehuis en vier dagen later (zondag 5 Kislev 5716) in de ‘Leksjoel’. Nettie krijgt eervol ontslag bij de Amsterdamse Joodse Gemeente: het is een tijd waarin gehuwde vrouwen niet worden geacht te werken. Ies kan in Arnhem een huurflat krijgen, en daar, aan de Voetiuslaan 26””, gaan zij wonen. Ies is al spoedig bestuurslid en secretaris van de kehilla, de Joodse Gemeente Arnhem, Nettie stort zich op vrijwilligerswerk bij de WIZO en houdt dat 35 jaar vol. De Women’s International Zionist Organisation is gericht op het ondersteunen (inzamelen van fondsen voor) kwetsbare groepen in de Israëlische samenleving. De oprichting van de Nederlandse WIZO-tak viel samen met de oprichting van Israël. Samen met Ies bezoekt Nettie het land zeven keer.

op vakantie

Nettie en Ies zijn in de kleine Arnhemse Joodse gemeenschap een twee-eenheid die lang stand houdt. Kinderen zijn hun niet vergund, ze hadden ze wel graag gehad. Vanaf 1978 wonen zij in een eenvoudig ingerichte huurflat aan de Wichard van Pontlaan. Hun enige luxe is een hond, een auto’tje en regelmatige vakantiereizen naar het buitenland. Ies is lid van de Vrijmetselaars en voor zijn lange staat van dienst bij de Joodse Gemeente wordt hij als lid opgenomen in de Orde van Oranje Nassau. In de gesprekken tussen Nettie en Ies, en met bezoekers is de Holocaust een steeds terugkerend thema. Terugkijkend zei Nettie: Je was het niet zomaar kwijt, je bent het nog niet kwijt. Je wordt het ook niet kwijt.

Op 15 juni hebben wij Nettie naast Ies, haar levensgezel van bijna zestig jaren, begraven op de Joodse begraafplaats Moscowa. 3

Bronnen:
Familiearchief De Leeuw (Enschede, Arnhem) / Cohen (Bergh) / Manasse (Nijkerk)
Interview met Nettie, Arnhem 23 december 2010
Interviews afgenomen door Froukje Demant, 17 februari en 11 maart 2011 
Bert Woudstra, Enschede; mail 23.04.2020
Jan Ankoné, 'Fia Wolters-Mol deed wat ze doen moest', waarschijnlijk dagblad Tubantia; datum ontbreekt
Eva den Buurman, 'Verbazing in Arnhem', NIW 2 februari 1996
Joodsmonument.nl 

Noten / Footnotes
  1. Van juni 2021 t/m augustus 2021 stond op Nettie’s matsewa foutief de overlijdensdatum 9 tewet 5780 / 6 januari 2020[↩]
  2. Er is verwarring ontstaan over de laatste letter van haar voornaam. In sommige officiële documenten is dit een a, in andere een e. Ik schrijf de a, overeenkomstig Nettie’s vermelding in het trouwboekje van haar ouders en dat van haarzelf en Ies Manasse.[↩]
  3. Ies overleed op 17 december 2014[↩]

Categorie: Amsterdam, Arnhem, Enschede Tags: Herman de Leeuw, Isidoor Manasse, Nettie Manasse-de Leeuw

Mimi

14 maart 2017 by John Löwenhardt

Vandaag zou ze honderd zijn geworden, mijn moeder. Ze heeft niet meer dan 54 jaren geleefd, in de zomer van 1971 is Mimi de Leeuw overleden. Ze stierf vroegtijdig aan de kanker maar de echte doodsoorzaak was, met vertraging, ‘de oorlog’, het bijtende zuur van schuldgevoel en trauma. Kleinkinderen heeft ze nooit gekend. Dat zijn er nu zeven, en tien achterkleinkinderen. Twee kleinkinderen dragen haar naam. [Lees meer…] overMimi

Categorie: Almelo Tags: Adela ten, Arnold de Leeuw, Heinz Löwenhardt, Herman de Leeuw, Iwan de Leeuw, Johan de Leeuw, Louisa de Leeuw-Weijl, Mimi de Leeuw

Primaire Sidebar

Search

  • Nederlands
  • English
  • Deutsch

© 2023 | Löwenhardt Foundation