Onderduik. Verstoppen om te overleven. Eén, twee jaar, langer soms. Dag in dag uit, 365 dagen per jaar. Vaak van het ene adres naar het andere, altijd angst om ontdekt te worden. Jarenlang fluisteren, lopen op kousenvoeten, alles om niet gehoord te worden.
Maar hoe dood je de tijd? Hoe kom je de dagen door? Aardappels schillen voor de onderduikgevers, je kunt het niet de hele dag doen. Onze ouders hebben er weinig over verteld.
Mimi en Heinz, verloofd sinds 1938, zaten vanaf de zomer van ’42 tot de bevrijding van Almelo in april ’45 ondergedoken. Een groot deel van deze lange, lange periode van twee-en-half jaar verbleven zij samen in het huis van Anne Ottema, zijn vrouw en dochter aan de Veldkampsweg 10. Zij sliepen tussen het dakbeschot en een zolderkamertje. Anne, textielarbeider, had een grote moestuin. Waarschijnlijk hebben onze ouders in de zomermaanden geholpen met het verwerken van de oogst.
In het familiearchief vonden we de producten van het tijdverdrijf. Heinz hield zich bezig met haken:



Zijn verloofde Mimi de Leeuw werkte aan een samengesteld tafelkleed en borduurde. Het is duidelijk dat ze maar over een paar kleuren kon beschikken:

Na de oorlog lag dit borduurwerk onder een doorzichtig plastic kleed op de gezinstafel. Het staat in mijn geheugen gegrift.
Geef een reactie