Koosjer slagerij ‘De Concu(r)rent’, Almelo
De eerste verrassing van 2015, met dank aan Delpher.nl. Izaäk de Leeuw Azn. (Abrahams zoon) was vanaf 1904 koosjer slager in de Holtjesstraat te Almelo. Izaäk was in december 1862 als zevende van de elf kinderen van Abraham Marcus de Leeuw (1826-1876) en Betje Fuldauer (1826-1907) in Almelo geboren. Hij trouwde Hermina Zilverberg (1860-1922) uit Enschede en kreeg met haar tussen 1886 en 1904 vijf kinderen. Op het moment van plaatsing van deze advertentie was Hermina vier maanden zwanger: het vijfde kind, Jacob, werd op 7 oktober 1904 geboren en overleed twee dagen later. Arnold, Michael, Iwan en Selma waren op dat moment 18, 17, 10 en 4 jaar oud.
Het ging Izaäk kennelijk voor de wind. Ruim drie jaren later adverteerde hij opnieuw in het landelijke Nieuw Israelietisch Weekblad (NIW), nu voor een slagersknecht ‘die zelfstandig een koe kan slachten’. Het heeft er veel van weg dat hij de toen 23-jarige Benjamin Vromen uit Lochem in dienst nam en voor diens kost en inwoning zorg droeg. 1 Maar om de een of andere reden was de samenwerking van korte duur.
Vijf maanden later plaatste Izaäk de Leeuw voor de derde keer in één jaar een advertentie in het NIW waarin hij er blijk van gaf voor Vromen een nieuwe werkgever te zoeken.
Tot op heden was niet bekend dat Izaäk koosjer slager was. Zijn zaak werd in 1936 voortgezet door zijn zoon Iwan (1893-1951), samen met de uit Duitsland gevluchte Heinz Löwenhardt (1913-1989). 2 Heinz verloofde zich enkele jaren later met Izaäks kleindochter, Arnolds dochter Mimi de Leeuw (1917-1971). Izaäk de Leeuw Azn. werd oud: hij stierf op 25 april 1941 op 78-jarige leeftijd. De invoering van de Jodenster heeft hij niet meer meegemaakt.
De rol van poors(j)er betrof de arbeidsintensieve taak van het secuur verwijderen van aderen en vetvliezen uit het ritueel geslachte dier, noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de betreffende delen van het rund koosjer zouden zijn. Het woord komt waarschijnlijk van Hebreeuws ‘parasj’, afzonderen van het onreine.
In 2018 – 2022 kwamen twee foto’s boven water waarop het pand van Izaäks slagerij aan de Holtjesstraat is te herkennen. De eerste dateert van augustus 1908, Izaäk is dan 45 jaar oud. Zijn jongste dochter is 8 jaar en zit op de bok van een met bloemen en takken versierde paardewagen, begeleid door twee gemaskerde mannen. Achter de wagen staat een besnorde man met bolhoed. Achter de bloemen van de wagen zijn in de deuropening Izaäk en zijn vrouw Hermina, dan 48 jaar oud, nog net te herkennen. De slagerij draagt de naam ‘De Concurent’ met één r.
Op de tweede foto is boven de ingang van de slagerij het uithangteken van een leeuw goed te zien. De foto is genomen ten tijde van de asfaltering van de Holtjesstraat, hoogst waarschijnlijk begin jaren ’30.
Bewerkt 13 januari 2015, 27 oktober 2018 en 10 oktober 2022, met dank aan Ze’ev Bar, Hans Holtmann, Leonie Hennekes, Huub van Dijk en anderen
- Benjamin Vromen, Lochem 30 augustus 1884 – Auschwitz 6 maart 1944, zie communityjoodsmonument.nl[↩]
- Lees daarover Slagerij “De Concurrent”[↩]
Geachte Heer/ Mevrouw,
Met interesse las ik Uw bericht over Isaac de Leeuw. In de Holtjesstraat in Almelo heb ik alleen de Joodse slagers David Simon en Samuel Simon gekend. David was er al slager ver voor de Tweede Wereldoorlog. Ik begrijp uit Uw bericht dat slager Isaac de Leeuw nog in 1936 door zijn zoon werd opgevolgd. Was dat dan in de Holtjesstraat? Daar zat, voor zover ik weet, slager Simon. Er was omstreeks 1970 nog een Joodse familie De Leeuw in Almelo. Die woonde in de buurt van de Rietstraat.
Misschien hebt U iets aan mijn reactie.
Met vriendelijke groet,
Jochem Klaas Abbes
http://www.jhm.nl/collectie/fotos/40013293
http://www.communityjoodsmonument.nl/person/215814?forum_start=n313672#comment-313672
http://dutchjewry.org/genealogy/philips/176.htm
http://www.berghapedia.nl/index.php/Cohen-De_Winter,_familie
http://dutchjewry.org/genealogy/philips/158.htm
http://www.geni.com/people/David-Simon/6000000008831391820
Hartelijk dank voor je reactie, Jochem Klaas. Wat je schrijft, klopt: er was een (koosjer) slager Simon in de Holtjesstraat voor én na de oorlog. Ik ging in de jaren ’50 om met David jr. Maar tegelijk staat vast (documenten uit het naturalisatiedossier van mijn vader) dat veehandelaar Iwan de Leeuw en Heinz Löwenhardt in 1936 op Holtjesstraat 19 een slagerij begonnen met als naam “De Concurrent” (van slager Simon? Van Iwans broer Arnold, die dichtbij in de Schuttenstraat een slagerij had? Humor en gotspe hadden ze in ieder geval wél…). Dit pand was ook na de oorlog nog in eigendom van mijn familie. In de NIW-advertenties van Iwans vader Isaac Azn. is sprake van Holtesstraat 49. Ik zal onderzoek moeten doen in het Almelose stadsarchief om duidelijkheid te scheppen.
Beste John,
Hierbij een link met een boek over de Almelose Joden. Mijn zus heeft het.
http://cbcornelissennl.weebly.com/onvoltooid-verleden-tijd.html
Met vriendelijke groet,
Jochem Abbes
‘Onvoltooid verleden tijd……Jodenvervolging in Almelo’
Picture
Dit boek behandelt de jodenvervolging in Almelo en omstreken.
Voor de oorlog telde de stad ruim 400 joodse ingezetenen, na de oorlog waren er dat nog maar 150, hoewel er relatief gezien veel Almelose joden de oorlog (ca. 38%) overleefden.
In de naoorlogse jaren kwam er echter een exodus op gang naar Israël, de Verenigde Staten en naar de grote steden in het westen van Nederland, zodat anno 2006 het aantal joden in de Aastad is geslonken
tot ongeveer 25 personen.
In dit boek kunt u lezen waarom betrekkelijk veel Almeloërs de Holocaust hebben overleefd.
Eveneens worden de drama’s belicht die zich voltrokken aan hen die niet aan de vervolgingswaanzin
wisten te ontkomen. De lezer treft verhalen aan over het verraad dat heeft plaatsgevonden en het verwerpelijke gedrag van de nietsontziende jodenjagers, maar ook over verzetshelden, die ten koste van alles probeerden hun vervolgde landgenoten uit de klauwen van de bezetter te redden. Nog altijd worstelen overlevenden met hun herinneringen aan die angstige periode, nu meer dan 60 jaar geleden. Een tijd, die voor de betrokkenen nooit ofte nimmer kan worden afgesloten, een onvoltooid verleden tijd…….
Klik hier om online te bestellen!
ik ken persoonlijk de fam de leeuw die in den haag een joodse slagerij hadden is misschien familie van??
Die kans is klein. Er waren veel Joodse slagers De Leeuw, alleen in Enschede al elf in 1940. Niet allemaal misjpoche.
Hadden zij een dochter Hettie, die heel jong overleden is?
Nee Peter, geen dochter Hettie. Izaäk de Leeuw Azn en zijn vrouw Hermina Zilverberg kregen vijf kinderen: Arnold (1886), Michael (1887), Iwan (1893), Selma (1900) en Jacob (1904). Alleen Jacob leefde heel kort, van 7 tot 9 oktober.
Beste John,
In 1960 en 1961 werkte ik voor Slager Simon. Ik bracht op zaterdag bestellingen rond met een grote rieten mand voor op de fiets. In de vakanties gingen we in een grijze Bedford bestelbus de boer op om een koe te kopen. Op maandag werd de koe door ons geslacht. Op de woensdag daarna werd in een grote ketel bouillon getrokken van o.a de kop om er leverworst mee te bereiden. Op zo’n woensdag stapte een in het zwart geklede man de worstenmakerij in. Een sjaaltje over zijn schouders. Uit een zwarte tas kwam een groot mes te voorschijn Het lemmet gestoken in een zwart satijnen foedraal. Het foedraal werd er voorzichtig af geschoven.De scherpte van het lemmet getest met en vingernagel. Vervolgens werd de keel doorgesneden van een kip. Het bijna losse kopje werd omhoog gehouden zodat de kip leeg bloedde. Bij Simon in de Holtjes straat werd inderdaad kosher geslacht
groet hans krol
Geachte Heer Löwenhardt,
op 4 mei 2016 was ik aanwezig bij de herdenking op de begraafplaats aan de Boddenstraat
in Almelo. Op het gedenkteken staan ook de namen van A.de Leeuw, L.M. de Leeuw – van Weijl en Joh. de Leeuw. Zij zijn alle drie herbegraven in Almelo, maar niet op Beth Chaim.
Kunt u mij zeggen wat de reden is dat zij zijn herbegraven op de algemene begraafplaats
het Groenendal bij hun zoon die in 1939 is overleden?
Beste Meindert Jan,
Dank voor je reactie. Het gezin van mijn grootouders telde nog een derde kind, Herman, geboren in november 1919 en overleden aan de vooravond van de oorlog op 7 juli 1939 – zie https://loewenhardtfoundation.org/fotos/herman-in-zijn-moestuintje/
Herman had een geboorte-afwijking en was gehandicapt. Hij was daardoor kort na zijn geboorte niet besneden. Dat was er de oorzaak van dat de Joodse Gemeente in 1939 zijn begrafenis op de Joodse begraafplaats heeft geweigerd. Bovenop deze schok kwam bij mijn moeder, Hermans zus, zes jaren later de schok en het trauma van de dood van haar ouders en oudere broer Johan (in Vierhouten, 31 oktober 1944). Toen in november 1945 hun herbegraving moest worden geregeld heeft zij besloten hen bij Herman op de Algemene Begraafplaats te laten begraven.
David Simon woonde met zijn gezin eerst in de Parkweg, maar verhuisde in 1942 naar de Adastraat waar hij met de slagerij begon. De verhuizing was het gevolg van het feit dat er geen geld meer kwam uit Berlijn waar David samen met een zwager een vleesgrossierderij bezat. Dit bedrijf moest op last van de Duitse overheid worden opgeheven. De slagerij aan de Adastraat moest toen voor de nodige inkomsten zorgen. Toen ook de familie Simon in oktober 1942 een oproep kreeg om zich te melden voor transport naar Westerbork, besloten David en zijn vrouw Rebekka om onder te duiken. Hierdoor overleefden ze de oorlog, evenals drie van hun kinderen. Hun dochter Jeanette Mietje lukte het niet om uit handen van de nazibeulen te blijven. Zij werd in 1942 in Auschwitz vermoord, 31 jaar oud. Toen David en Rebekka Simon na de bevrijding weer naar hun huis in de Adastraat terug wilden gaan, bleek dit te worden bewoond door een NSB’er die de woning niet wilde afstaan. Uiteindelijk konden ze een pand betrekken in de Holtjesstraat, zo’n vijftig meter verwijderd van hun oude woning, waar opnieuw met een slagerij werd begonnen.
De koosjere slagerij aan de Holtjesstraat naast de brug van Bendien werd later voortgezet door hun zoon Samuel die op 20 juni 1948 was gehuwd met Rosette Pagrach uit Rijssen.