Selma de Leeuw was na Arnold (1886-1944), Michaël (1887-1943) en Iwan (1893-1951) het vierde kind van mijn overgrootouders Izaäk de Leeuw Azn. (1862-1941) en Hermina (Hermine) Zilverberg (1860-1922) die in december 1885 in Enschede waren getrouwd. Ze was hun enige dochter. Selma werd geboren 23 dagen na het begin van de nieuwe, twintigste eeuw. Na haar kwam er een vijfde en laatste kind, Jacob, die in oktober 1904 maar twee dagen heeft geleefd.
Michaël trouwde als eerste in 1913, op 25-jarige leeftijd; Arnold in 1914 op 28-jarige leeftijd; Selma volgde op 23-jarige leeftijd acht maanden na het overlijden van haar moeder en Iwan trouwde in 1928 op 34-jarige leeftijd.
Selma was het enige kind dat met een niet-Joodse partner trouwde. Zij, haar man, zoon en dochter hebben daardoor de Sjoa overleefd. Haar oudste broer Arnold en zijn vrouw Louisa Weijl werden met hun zoon Johan in 1944 in Vierhouten vermoord; Michaël (1943) en zijn vrouw Carolina Hartog (1942) in de vernietigingskampen Sobibor resp. Auschwitz. Van de drie zonen overleefde alleen Iwan met vrouw Adela en zoon Herman door onder te duiken.


Selma en haar man Anton Hennekes kregen twee kinderen, Herman (Hans) in 1924 en Ariadne in 1941. ‘Oom’ Anton was kellner in opeenvolgende etablissementen in Amsterdam. Tijdens mijn studietijd in de jaren ’60 heb ik hem eens opgezocht in een café-restaurant op het Rembrandtplein.
Selma overleed in Amsterdam in januari 1956 en heeft van haar zes kleinkinderen alleen de geboorte van het eerste meegemaakt: Marjolein, dochter van Hans en zijn vrouw Nanny Paauw, in december 1953.
Lees ook De gezusters Zilverberg