Het leven van mijn moeder, Edith Liebig-Löwenhardt
LsTd 4 minuten
door Marion Lubina-Liebig
Edith Löwenhardt werd op 5 december 1904 in Berlijn-Rixdorf geboren, het eerste kind van Selma Dobriner (1870) en Salomon Georg Löwenhardt (1873). Ze kreeg twee zussen – Gerda (1907) en Käthe (1908) – en een broer die Heinz heette (1910). Het gezin woonde in Berlijn. Toen in augustus 1914 Edith negen jaar was en de Eerste Wereldoorlog begon, werd haar vader – en ook diens acht Joodse broers – naar het front gestuurd. Hij overleed waarschijnlijk aan de gevolgen van zijn verwondingen vijf jaar na afloop van de oorlog in februari 1923, nog geen vijftig jaar oud. Edith was achttien jaar toen hij op de Joodse Begraafplaats Berlijn-Weißensee werd begraven.
In juli 1935 trouwde mijn moeder met ‘koopman’ Werner Ammoser. Ammoser beweerde later dat er binnen het huwelijk al snel een verwijdering was opgetreden. Maar ze hebben geen scheiding aangevraagd en het voortbestaan van haar huwelijk met een ‘arier’ beschermde mijn moeder en mij – ik werd in 1941 geboren – tegen deportatie. Hoewel hij wist dat hij niet mijn biologische vader was, heeft Werner Ammoser mij als zijn kind erkend. In die jaren werden veel Joodse vrienden van mijn ouders gedeporteerd en vermoord. Ik werd vernoemd naar een vriendin, Marion, en kreeg de achternaam Ammoser.
Herbert Liebig, mijn echte vader, kende mijn moeder sinds 1934. Ze raakten verliefd en dat was de aanleiding voor de verwijdering tussen mijn moeder en Ammoser. Werner Ammoser was antifascist en heeft ons het leven gered. Wat zou ik hem graag hebben gekend. Hij toonde medemenselijkheid en had moed. Ik ben hem voor altijd dankbaar.
Stadsvrouw…
Mijn moeder werkte in die tijd als cheffin van het kantoor van de Joodse makelaar Paul Roth aan de Darmstädter Straße in Berlijn. Hij vertrok in 1938 naar Amerika. In de jaren 1942-43 bleef ze daar in verdekte vorm werken onder de zakenpartners Guthjahr en Grüttner. Met grote moeite ontliep ze arrestatie. Haar moeder Selma en broer Heinz werden in januari 1942 naar Riga gedeporteerd en daar vermoord.
In november 1943 woonde mijn moeder met mij aan de Motzstraße 79 in Berlijn-Wilmersdorf. Het woonblok werd door een voltreffer volledig vernield en wij doken onder. Mijn moeder vond onderkomst in het kleine dorp Linde bij Löwenberg, ten noorden van Berlijn. Daar hebben we de resterende nazitijd overleefd. Op 8 mei 1945 werden we door het Rode Leger bevrijd.
…dorpsburgemeester…
Voor mijn moeder begon op die dag een volledig nieuw leven. Ze was een vrouw uit de grote stad maar moest zich nu zien te redden in een dorp met driehonderd inwoners. Mijn vader Herbert Liebig was nog krijgsgevangene van de Russen. Maar ze was antifascist en Jodin en kreeg daardoor van de Sovjets alle mogelijke hulp. De oude smidse van het dorp werd ons als woning toegewezen en later kregen we een groter huis. In hetzelfde gebouw was de ‘Kommandantura’ van het Sovjetleger gevestigd. Ze stelden mijn moeder aan als tijdelijk burgemeester en zo heeft ze in de eerste tijd na de bevrijding mede vorm gegeven aan de nieuwe anti-fascistische tijd in de latere DDR. Het was hard werken, veel hindernissen overwinnen en veel smart verwerken over de talloze vermoorde familieleden en vrienden.
Mijn vader Herbert Liebig was graficus. Nadat de Sovjets hem hadden vrijgelaten scheidde mijn moeder van Werner Ammoser. Mijn ouders trouwden in 1947, ik kreeg de naam Marion Liebig. In januari van dat jaar is mijn broer Peter Liebig geboren.
…en volksvertegenwoordiger
Als ‘Neubäuerin’, nieuwe boerin, had mijn moeder in Linde een klein stukje land en een stuk bos toegewezen gekregen. Ze was maatschappelijk heel actief en het ‘Nationale Front’ van de DDR nam haar daarom op in de kandidatenlijst voor de Volkskammer, de volksvertegenwoordiging. In 1950 werd ze gekozen en heeft ze in de eerste Volkskammer haar eerste toespraak gehouden. In daaropvolgende jaren werkte ze in verschillende vrouwenorganisaties, zoals de Democratische Vrouwenbond van Duitsland (DFD) en de Internationale Democratische Vrouwenfederatie (IDFF).
Edith Liebig-Löwenhardt stierf in december 1960, vier dagen voor ze 56 zou zijn geworden, aan de gevolgen van een hartinfarct.
Marion Lubina-Liebig woont in Berlijn-Treptow. Vertaald uit het Duits door John Löwenhardt