• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar

Löwenhardt Foundation

Over de geschiedenis van vier families

  • Home
  • De stichting
  • Kunst
  • Exposities
  • Fotoalbum
  • In druk
  • Contact

John Löwenhardt

Joods verzet in Overijssel

4 mei 2020 by John Löwenhardt

Toespraak 4 mei 2020 bij het Provinciaal Verzetsmonument Overijssel te Markelo:

Wij herdenken de vrouwen en mannen die hun leven hebben gelaten in de strijd tegen de bezetter. Vierhonderd zeventig in getal, hun namen staan gebeiteld in dit monument. Maar we herdenken óók mensen wier naam hier niet in reliëf is te zien. Ik doel op de mannen en vrouwen uit de illegaliteit die de bevrijding hebben beleefd.

Videoregistratie

Anne Ottema

Ik ben in de jaren ‘50 opgegroeid in Almelo. Ik behoor tot wat men in Twenthe ‘oeleuvolk’ noemde, jullie soort mensen, Joden. Vanaf mijn vroege jeugd was ik me ervan bewust dat ik niet had bestaan zonder de moed van opa Ottema. Textielarbeider, anarchist en geheelonthouder: hij en zijn gezin boden mijn Joodse ouders onderdak. Zij zaten ondergedoken in zijn huis naast de spoorlijn die naar Duitsland voert. Ik zelf dook pas in ‘47 op. Opa Ottema was mijn surrogaat-opa, zijn dochter Grada mijn surrogaat-oma. Echte opa’s of oma’s heb ik nooit gehad.

In 1964 verliet ik Twente om in Amsterdam te gaan studeren. Ik kan me nog goed de terloopse uitspraak herinneren van mijn leermeester professor Bezemer: De mens is van nature een collaborateur. Ik was geschokt.

Die zeven woorden hebben me aan het denken gezet.

Wat zei Bezemer’s generalisatie eigenlijk over de Nederlanders ten tijde van het nazibewind? Ik was opgegroeid in een tijd waarin bijna héél Nederland zichzelf zag als het tegenovergestelde van collaborateur. In de jaren ‘50 had bijna iedereen in het verzet gezeten. Van Kooten & De Bie hebben later de draak met die houding gestoken: ‘Wo ist der Bahnhof? Do ist der Bahnhof’. Voor de Jodenmoord was geen aandacht. Voor de actieve medewerking die de ambtenarij de nazistische bezetter had verleend, evenmin.

Ik was me er heel goed van bewust dat mijn zusje en ik bestonden dankzij mensen die niet hadden gecollaboreerd. En die ook niet wég hadden gekeken of harteloos tóe hadden gekeken. Nee mensen die risico’s hadden gelopen door hun nek uit te steken, door elementaire menselijkheid te tonen:

Toen ‘t land werd onderdrukt
Geplunderd uitgemoord
Hebben ze alleen naar de
Innerlijke stem gehoord…

De woorden van Victor van Vriesland staan in dit monument gebeiteld.

In mijn jeugd had ik een primitief beeld van de relatie tussen Joden en het verzet. Joden hadden één keus gehad: óf zich melden voor transport, of de meest passieve vorm van verzet, onderduiken. Daarnaast, op geen enkele manier verbonden, was er Het Verzet met hoofdletters. Voor hen had ik een grenzeloze bewondering.

Nú weet ik dat mijn beeld van toen te primitief was. Onderduiken betekende niet perse dat de onderduiker zijn lot gelaten afwachtte. Er duiken steeds meer namen op van Joodse onderduikers die zich actief hebben verzet. Lang niet ieder van hen liet het leven. Op dit monument staan maar twee van deze Joodse namen: Barend Davidson uit Zwolle en Valk van Spiegel uit Diepenveen.

Barend Davidson

Davidson (Zwolle 1907 – Berlijn 1943) verzamelde al in het eerste jaar van de bezetting militaire inlichtingen. Dat was dus vóór de Jodendeportaties en de onderduik. Hij was lid van de Stijkelgroep die in april 1941 werd verraden. Na een verblijf van een jaar in het Oranjehotel in Scheveningen werd de groep in Berlijn berecht en op 4 juni 1943 aldaar gefusilleerd. Van Spiegel (Voorst 1879 – Diepenveen 1945) maakte deel uit van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers in Deventer. Hij hield zich bezig met hulp aan onderduikers, met illegale levensmiddelenvoorziening voor Westerbork en met falsificaties. Op 25 maart 1945 is hij in Deventer opgepakt, waarschijnlijk door verraad. Bij de nadering van de Canadese troepen is hij, met negen andere gevangenen, op 6 april 1945 op het landgoed Oxerhof in Diepenveen doodgeschoten.

U begrijpt al waar ik heen wil.

Ik verzet me tegen het beeld dat de Joden zich als makke lammeren naar de slachtbank lieten leiden. Ook hier in Overijssel zijn er tal van voorbeelden die dat weerleggen. Ik noem er een aantal: Leendert en Betty van Rooy en Lou de Winter die in de illegale ‘Persoonsbewijzencentrale’ werkten die vanaf januari 1943 in Pension De Klok aan de Brink in Deventer actief was. Lou de Winter was gespecialiseerd in het vervalsen van handtekeningen. Verder Julius Simon (1906-1989), Max Vromen (1911-1963) en diens vrouw Froukje Cohen (1919-1983), allen actief in het verzet in Deventer.

Margo Keijzer in Zwolle, de vrouw van Barend Davidson, hielp vanuit de onderduik geallieerde vliegers ontsnappen.

Edgar Kan

Laten we ook Sig Menko, Isidoor van Dam en Gerard Sanders van de Joodse Raad in Enschede niet vergeten, die in samenwerking met de organisatie van dominee Overduin actief hebben geworven voor onderduik. En Henk en Matthieu van Gelderen, ook uit Enschede, die in februari 1941 weigerden zich als Jood te laten registreren en in Amsterdam diep in de illegaliteit verzeild raakten en velen het leven redden. Ook de naam van Edgar Henri Kan moet genoemd, geboren en getogen in Oldenzaal. Hij zat in het Amsterdamse gewapende verzet. In januari 1945 werd hij gefusilleerd; hij ligt begraven op de Eerebegraafplaats Bloemendaal.

Simon van Spiegel in de smidse, mogelijk die van de firma Bendien in Almelo

Een naam die evenmin op het monument staat is die van een ver familielid van de eerder genoemde Valk van Spiegel: Simon van Spiegel (1922-1993) uit Deventer. Hij was geboren in een orthodox-Joods gezin. Na zijn onderduik in Deventer dook Sem, zoals hij ook werd genoemd, op onder een valse identiteit op in Almelo. Hij werd al spoedig de rechterhand van ‘Jodenhelper’ Frits Tusveld die een uitgebreid onderduiknetwerk beheerste. Nadat Tusveld in de zomer van ‘44 naar Zwolle had moeten vluchten verzorgde Sem van Spiegel samen met Tusveld’s vrouw het onderduiknetwerk. In 1982 is hij onderscheiden met het verzetsherdenkingskruis. Sem van Spiegel overleed elf jaar later in Jeruzalem.

Herdenken heeft alleen zin als we ook vooruit kijken en proberen herhaling te voorkomen. Als ik ons land en de wereld van vandaag overzie wordt het me zwaar te moede. De kortzichtigheid, het gebrek aan ontzag voor geschiedenis en voor feiten. Het kwaadaardig getwitter. Het racisme, de vreemdelingen- en Jodenhaat. De onverdraagzaamheid. Ik ben bang dat er spoedig weer mensen nodig zijn die uitsluitend naar hun innerlijke stem horen.

Op deze plek in het hart van onze provincie moet ik wel eindigen met een gedicht van Willem Wilmink uit Enschede. Het gedicht heet ‘Ben Ali Libi’ en eert de Joodse komiek Michel Velleman (1895-1943) die in Sobibor is vermoord. Velleman presenteerde zich voor de oorlog als professor Ben Ali Libi, goochelaar.

Ben Ali Libi
Op een lijst van artiesten, in de oorlog vermoord,
staat een naam waarvan ik nog nooit had gehoord,
dus keek ik er met verwondering naar:
Ben Ali Libi. Goochelaar.

Met een lach en een smoes en een goocheldoos
en een alibi dat-ie zorgvuldig koos,
scharrelde hij de kost bij elkaar:
Ben Ali Libi, de goochelaar.

Toen vonden de vrienden van de Weduwe Rost
dat Nederland nodig moest worden verlost
van het wereldwijd joods-bolsjewistisch gevaar.
Ze bedoelden natuurlijk die goochelaar.

Wie zo dikwijls een duif of een bloem had verstopt,
kon zichzelf niet verstoppen, toen er hard werd geklopt.
Er stond al een overvalwagen klaar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.

In ’t concentratiekamp heeft hij misschien
zijn aardigste trucs nog wel eens laten zien
met een lach en een smoes, een misleidend gebaar,
Ben Ali Libi, de goochelaar.

En altijd als ik een schreeuwer zie
met een alternatief voor de democratie,
denk ik: jouw paradijs, hoeveel ruimte is daar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.

Voor Ben Ali Libi, die arme schlemiel,
hij ruste in vrede, God hebbe zijn ziel.

Willem Wilmink

LEESTIPS: Een uitvoeriger versie van het verhaal over Simon van Spiegel is te vinden in mijn bijdrage aan Gezichten van Joods verzet. Veetig schetsen van Joden in verzet: ‘Jöd’njan, Simon van Spiegel en andere Joodse “Jodenhelpers” in Overijssel’; Amsterdam, Nederlandse Kring voor Joodse Genealogie, 2020, pp. 336-343. Lees over collaboratie en ‘Mitlaufer’ (meelopers) het belangrijke boek van de Frans-Duitse Géraldine Schwarz, De geheugenlozen. De herinnering als wapen tegen populisme. Amsterdam, Atlas-Contact 2019

Categorie: Almelo, Markelo, Overijssel Tags: Anne Ottema, Ben Ali Libi, Grada Hammink-Ottema, Heinz Löwenhardt, Mimi de Leeuw, Simon van Spiegel

Kale koppen

23 april 2020 by John Löwenhardt Reageer

Wie-o-wie?

Een mysterieuze foto uit het familiearchief: van slechts één van de tien personen is de identiteit bekend. Op de achterzijde is in het Duits geschreven ‘Neuenahr, zomer 1924’. De tweede man van links, duidelijk jonger dan de kale koppen, is mijn grootvader Adolf Löwenhardt. Onmiskenbaar. Het groepstreffen vond plaats in het kuuroord Bad Neuenahr-Ahrweiler in Rijnland-Palts ten zuiden van Bonn.

Maar wat voerde de toen veertigjarige slager Adolf, niet vergezeld van zijn vrouw Julia, van Dortmund naar Bad Neuenahr? Wie waren de vijf kale koppen die kennelijk niet erg veel in leeftijd van elkaar verschilden? En het echtpaar met (vermoedelijk) hun dochter en zoontje in het midden? Ik herken niet één van de negen gezichten. Wie het weet, mag het zeggen.

Categorie: Bad Neuenahr Tags: Adolf Löwenhardt

Huisarrest

3 april 2020 by John Löwenhardt 8 Reacties

Vijfenzeventig jaren na de bevrijding van mijn geboorteplaats Almelo schrijf ik over de onderduik van mijn ouders en zoveel andere Joodse Almeloërs. Door de bevrijding van de stad door Canadese troepen kwam daaraan na ruim twee-en-een-half jaar een eind. Op het moment waarop ik dit schrijf staan bijna alle Europeanen onder een lichte of zware vorm van huisarrest. Noodgedwongen: een onverwachte pandemie, ongekend in de moderne tijd door zijn omvang en impact. Het virus schrijft ons de wet voor. Met partner en kinderen of helemaal alleen, opgesloten in eigen huis.

Het roept vragen op over het ondergedoken zijn. Ik herinner me verhalen van onderduikers over hun bevrijding: toen zij eindelijk, eindelijk weer hardop mochten praten. Dát was nog eens een bevrijding. Jarenlang hadden zij moeten fluisteren. Kun je het je voorstellen? Of toen zij eindelijk, eindelijk weer schoenen aan mochten doen. Dát was nog eens een bevrijding. Jarenlang hadden zij op kousenvoeten moeten lopen.

De dag na de bevrijding

Er is een overeenkomst tussen ons beleven van de Covid-19 pandemie in 2020 en het beleven van hun onderduik door onze Joodse ouders: de onzekerheid. Zij toen en wij nu, we weten niet hoe lang het gaat duren. Zij hebben zich naar achteraf is gebleken ruim twee-en-een-half jaar moeten verbergen om een kans te maken om te overleven. In het najaar van ‘42 verwachtten velen nog dat het wel snel over zou zijn… maar maanden werden jaren en de wanhoop sloeg toe.

We kunnen hopen, we kunnen onszelf voor de gek houden, we kunnen op basis van cijfers een bepaald verloop verwachten – maar zeker weten doen we niets. We zijn overgeleverd aan het virus. In ‘42-‘45 keken Joden in de vernietigingskampen hoopvol naar strepen aan de hemel (Durlacher), nu kijken we verbijsterd naar een blauwe hemel zónder strepen. Wanneer houdt het op? Wanneer keert de normaliteit terug? [Let wel: ik ben een groot voorstander van veel minder strepen aan de hemel.] 1

Maar er zijn toch meer verschillen dan die ene overeenkomst tussen hun onderduik en ons gedwongen isolement. Het huisarrest van nu is uitsluitend fysiek: dankzij de electronica staan we in permanente verbinding met elkaar en met de wereld. Dat heeft zijn voordelen maar is ook belastend. Er vinden dingen plaats waar je liever maar geen weet van hebt, voor je eigen psychische welbevinden. Een goed mens mag niet wegkijken, maar op alles toekijken is uiteindelijk ondragelijk.

Toen had de ‘gemiddelde onderduiker’ geen weet van wat er dag in dag uit in Auschwitz-Birkenau gebeurde. Zij vermoedde dat het daar niet pluis was, maar zich een voorstelling maken van het industriële vernietigingsproces van menselijke wezens was onmogelijk. Nu worden we overladen met bewegende kleurenbeelden van stervende medemensen in overbelaste ziekenhuizen.

En nog een verschil: we brengen ons arrest door in ons eigen huis en in betrekkelijk comfortabele omstandigheden. We zijn niet ingekwartierd bij vreemden van wie we afhankelijk zijn. We hoeven niet bang te zijn voor verraad. We worden niet halsoverkop midden in de nacht naar een zoveelste adres overgebracht. In ons eigen huis voelen we ons betrekkelijk veilig. En: we hebben nog te eten en te drinken. En ruim voldoende closetpapier.

Noten / Footnotes
  1. Op 6 mei 2020 verscheen de eerste streep weer aan de hemel maar het luchtverkeer herstelde zich heel langzaam.[↩]

Categorie: Almelo

Sefer Sjeni

26 december 2019 by John Löwenhardt Reageer

Het zilveren plaatje heeft de omvang van een visitekaartje, maar dikker. Martin, vandaag de gabbaj die de rabbijn assisteert, heeft het me aangereikt. Het is bijna tijd voor de Toralezing, hij verdeelt het stapeltje plaatjes over de mannen in sjoel. Twee woorden Hebreeuws, ik lees SFR SJN, sefer sjeni. Tweede Torarol.

[Lees meer…] overSefer Sjeni

Categorie: Haarlem, Oldenzaal Tags: Herman Weijl

Portret van Kurt Ikenberg

11 december 2019 by John Löwenhardt Reageer

Vijfenzeventig jaren na zijn dood heb ik het portret van Kurt Ikenberg in klei geboetseerd. Lees daarover hier meer.

Categorie: Westerbork

Ongekende broers

6 oktober 2019 by John Löwenhardt

Mauwrits en Isaak de Leeuw

Een rijkeluiswens, zo heette dat. Een gezin met twee kinderen, het oudste een jongen, het jongste een meisje. Ik was in 1947 de eerstgeborene, mijn zusje volgde in 1950. Daar bleef het bij. Broers heb ik nooit gehad. Ik heb ze toen niet gemist, maar het is nu wel duidelijk dat mijn leven anders zou zijn geweest. Hóe anders, is moeilijk te zeggen.

[Lees meer…] overOngekende broers

Categorie: Enschede, Kaufering, Landshut/Isar Tags: Abraham de Leeuw, Hugo-Kurt Chotzen, Isaak de Leeuw, Izaak de Leeuw, Maurits de Leeuw, Mauwrits de Leeuw, Ullrich Chotzen, Zelma de Leeuw-ten Brink

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Ga naar pagina 1
  • Ga naar pagina 2
  • Ga naar pagina 3
  • Ga naar pagina 4
  • Ga naar pagina 5
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Ga naar pagina 8
  • Ga naar Volgende pagina »

Primaire Sidebar

Search

  • Nederlands
  • English
  • Deutsch

© 2023 | Löwenhardt Foundation